Het probleem van de bubbel
Het Bloemendaalse schoolplein: geen allochtone kinderen, wel veel bakfietsen. Onze parttime werkende moeders praten over de plannen voor de zomervakantie. We gaan van Nieuw-Zeeland naar Zuid-Afrika en via New York naar Florida. Zuid-Frankrijk is uit. Nu, op het voorgezet onderwijs, hebben we onze bakfietsmoeders ingeruild voor zwarte en rode Vespa's. De afwezigheid van allochtonen blijft. In onze grote, glimmende zeepbel van merkkleding en hockeyclubs hebben we een mooie wereld voor onszelf gecre?erd. We vergeten de wereld buiten onze bubbel of kijken er op neer.
Vijftig kilometer ten noorden van ons Bloemendaal, op het schoolplein van een basisschool in Schagen, treffen we ook moeders, wachtend op hun kinderen. We zien raakvlakken en we zien verschillen. Met meer variatie in cultuur en een opleidingsniveau dat ongeveer twintig procent lager ligt, is het een andere wereld. Maar net als wij leven zij in de enige wereld die zo ooit gekend hebben. Ook zij leven in een zeepbel. Bij een voorstellig van een leven daarbuiten, komt vooral veel fantasie kijken. Eigenlijk hebben we allemaal geen idee.
Door heel Nederland bevinden bevolkingsgroepen zich in kleine en grote zeepbellen. In het dagelijkse leven wordt door iedereen over van alles, van politieke partijen tot shampoomerken, genoegen of ongenoegen geuit. Binnen de wereld van de bubbel lijkt iedereen op dezelfde lijn te zitten. Wanneer we kijken naar het grotere plaatje, blijkt dit bij lange na niet het geval. De kloof tussen hoog- en laagopgeleiden is groot. En het is juist de zeepbel, die de kloof in stand houdt en de kloof, die de zeepbel doet laten bestaan.
Allereerst: in Nederland maken we onderscheid tussen laag- middelbaar en hoogopgeleid.
Met basisonderwijs, vmbo, mbo1 of avo onderbouw ben je laagopgeleid.
Met havo, vwo, mbo 2, mbo 3, of mbo 4 ben je middelbaar opgeleid.
Met een hbo bachelor, hbo master, wo bachelor, wo master of wo doctor ben je hoogopgeleid.
Op dit moment is 32,5 procent laagopgeleid, 38,8 procent is middelbaar opgeleid en 27,5 procent is hoogopgeleid.
Inkomen, sport, denkbeelden, wonen, gezondheid, politieke invloed, levensverwachting en werkgelegenheid. Het zijn allemaal voorbeelden waarbij een kloof tussen hoog- en laagopgeleid zichtbaar is. Momenteel verdient de hoogopgeleide 1,7 keer zo veel als de laagopgeleide en waar in 2025 8,2 procent van de laagopgeleiden zonder werk zal zitten, zal tegen die tijd onder de hoogopgeleiden slechts 3,3 procent werkeloos zijn. Ook in de gezondheid is een zorgwekkend verschil te detecteren. Zo is obesitas onder laagopgeleiden vijf keer zo vaak aanwezig en is de levensverwachting bij hoogopgeleiden gemiddeld 6 tot 7 jaar langer. Wanneer we kijken naar de kloof op het gebied van denkbeelden of meningen stuiten we op voorbeelden zoals hieronder, resultaten van een onderzoek van het SCP uit 2012:
'Ik heb voldoende vertrouwen in de Tweede Kamer' - van de hoogopgeleiden is 76 procent het ermee eens, van de laagopgeleiden 27 procent.
'De overheid doet onvoldoende voor ons' - 57 procent van de laagopgeleiden stemt in, 18 procent van de hoogopgeleiden.
'Het Europese Unie-lidmaatschap is een goede zaak' - ja, zegt driekwart van de hoogopgeleiden en een kwart van de laagopgeleiden.
Of de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden groter of kleiner aan het worden is, daar zijn de meningen in Nederland verdeeld. Op het eerste oog lijken deze meningsverschillen misschien vreemd. In veel gevallen kunnen relatief simpele onderzoeken immers uitwijzen of er binnen een land op dit gebied een groei of krimp plaatsvindt. Het verschil in standpunten is echter te verklaren wanneer we kijken naar de vele aspecten van het leven waarin de kloof aanwezig is. Zoals hierboven al omschreven: of het nou gaat om inkomen, levensverwachting of politieke invloed, de kloof is er. Al jaren wordt er zowel binnen de politiek, als binnen particuliere instanties aandacht besteed aan het verkleinen van de kloof. Verplicht bewegingsonderwijs is er bijvoorbeeld om kinderen van zowel hoog- als laagopgeleide ouders de kans te geven om te wekelijks te sporten en het feit dat onderwijs breder toegankelijk is, draagt sowieso bij. Wanneer we de inkomsten van de beroepsbevolking van de afgelopen jaren vergelijken, blijkt de kloof echter alleen maar groter te worden. Laagopgeleiden zagen hun uurloon, gecorrigeerd voor inflatie, de afgelopen jaren gelijk blijven op 17 euro bruto. Dat van hoogopgeleiden steeg tegelijkertijd van 24 naar 31 euro bruto.
Maar wat heeft die bubbel hier mee te maken?
In de afgelopen jaren hebben we kunnen zien hoe hoogopgeleiden en laagopgeleiden steeds minder met elkaar zijn gaan mengen. We wonen niet in dezelfde wijken, we gaan niet naar dezelfde sportclub en we komen elkaar ook niet meer tegen in de kerk, zoals vroeger. Ook trouwt bijna iedereen tegenwoordig met iemand van hetzelfde opleidingsniveau. Sinds een paar jaar zijn er voor hoogopgeleiden zelfs datingsites en autoverzekeringen met een lagere premie. Zo wordt het idee van de bubbel versterkt en in stand gehouden.
Deze bubbels of zeepbellen leiden ertoe dat we weinig van de andere bevolkingsgroepen weten. Daarbij kunnen we slecht een beeld voor onszelf schetsen met dat wat de media ons aanreikt. Dit geeft een sterk vertekend beeld met veel vooroordelen. We hebben commentaar op de andere groepen en zien maar in beperkte mate elkaars waarde in. In de politiek zien we ook een bubbel. Van alle 150 Kamerleden zijn er slechts 3 laagopgeleid. Kunnen wij erop vertrouwen dat linkse politieke partijen als PvdA, die juist de middelbaar en laagopgeleiden vertegenwoordigen, de juiste keuzes maken voor deze bevolkingsgroepen als zij niet weten hoe de wereld van een laagopgeleide is vormgegeven?
Ik denk het niet.
We zien dus hoe de bubbel de kloof in stand houdt. We begrijpen elkaar niet en dit leidt tot keuzes die de afstand behouden of vergroten.
Aan de andere kant zien de dat de kloof ook ...
The roots of affirmative action can be traced back to the passage of the 1964 Civil Rights Act where legislation redefined public and private behavior. The act states that to discriminate in private is legal, but anything regarding business or public discrimination is illegal (?Affirmative? 13). There are two instances when opposin...
Many people believe abortion is a moral issue, but it is also a constitutional issue. It is a woman?s right to choose what she does with her body, and it should not be altered or influenced by anyone else. This right is guaranteed by the ninth amendment, which contains the right to privacy. The ninth amendment states: ?The enumerat...
The problem of racism is a complex one; it is difficult to characterize it or place it into any one category due to its far-reaching effects and implications. It is evident, however, that moral issues generate social concerns which, in turn, must be dealt with by political means. Therefore, if the government's response to social issues is inadequat...
? The denotative meaning of censorship is the examination of books, letters, movies, etc. and the removal of anything thought not right for the people to see or hear. In other words, censorship takes away the right of the individual to decide what is appropriate for them to see or hear. What might offend one person may not offend another person,...
A curfew is a regulation requiring certain or all people to leave the streets or be at home at a prescribed hour, which is mostly at 10 p.m. Some parents give their children curfews and some don't. But before deciding what is right for your teen and your community, take a look at the fact about teenagers' curfews. This is often a topic of debate am...